In de Nederlandse politiek is de neiging groot het bestaan van corruptie en fraude te bagatelliseren. Die ogenschijnlijk naïeve reactie zou wel eens gevoed kunnen worden door het feit dat op het onderwerp een zwaar taboe rust.
Voor zover we dat nu kunnen beoordelen is Nederland op het gebied van fraude nog geen Italië, Frankrijk of België. Juist daarom is het zaak om nu afscheid te nemen van de naïveteit en deze te vervangen door een gezond wantrouwen tegen alles wat riekt naar ongewenste beïnvloeding van de politiek
Dank voor uw interesse in de journalistieke producties die hieronder zijn:
- Kagame beschuldigd van genocide
- Hero of Hotel Rwanda Calls Kagame a War Criminal
- Het gaat om een strijd tussen invloedsferen
- Congolese Maffia Elite-gangsters president Joseph Kabila en zijn Rwandese ambts Maffia-genoot Paul Kagame
- “Het gaat om een strijd tussen invloedsferen”
- Kagame gezuiverd van blaam uitbreken Rwandese genocide
- Een virus
Sommige Nederlandse politici blijken corrupt te zijn.
Politieke partijen worden door de bevolking
Aan de meeste landen als de meest corruptie instituten in hun maatschappij gezien. Dat blijkt uit een grootschalige, wereldwijd corruptieonderzoek door Transparancy International.
Voor het onderzoek deed de organisatie (TI) meer dan 114.000 interviews in 107 landen over de hele wereld. Meer dan de helft van de respondenten was van mening dat hun hun regering grotendeels of volledig gecontroleerd wordt door een kleine groep invloedrijken die in hun eigen belang handelen.
Corruptie draait niet enkel rond geld. Bijna twee derde van de bevraagden (64 procent) is ervan overtuigd dat persoonlijke contacten een belangrijke rol spelen als je iets gedaan wilt krijgen in de publieke sector.
.
CORRUPTIE IN NEDERLAND?
In de Nederlandse politiek is de neiging groot het bestaan van corruptie en fraude te bagatelliseren. Die ogenschijnlijk naïeve reactie zou wel eens gevoed kunnen worden door het feit dat op het onderwerp een zwaar taboe rust. Wijlen minister van Binnenlandse Zaken Ien Dales komt de eer toe dat zij als eerste politicus geprobeerd heeft dit taboe te doorbreken. In een toespraak voor het VNG-congres in 1992 wees zij erop dat we ons niet moeten blindstaren op evidente gevallen van fraude en corruptie die strafrechtelijk te vervolgen zijn. Dales vond dat ook moest worden gekeken naar een minder tastbaar probleem, dat zij ‘machtsbederf’ noemde. ‘Machtsbederf,’ zei Dales, ‘is breder. Het draagt het element van ontbinding, verval, vervaging van normen, in zich.’ Nu ook de Tweede Kamer spreekt over de integriteit van politici, is het de moeite waard om het machtsbederf in Nederland eens nader onder de loep te nemen. Het ligt immers voor de hand dat Nederland niet door een Godswonder gevrijwaard is van dit sluipende kwaad. Ook hier zijn er voortdurend bedrijven en personen die grote belangen hebben bij bepaalde beslissingen en handelingen van de overheid. Belangen die onderstreept kunnen worden met goede en overtuigende argumenten, maar ook met minder oirbare middelen. En ook hier kunnen er politici en ambtenaren zijn die zich daarvoor ontvankelijk tonen. Enige recente praktijkvoorbeelden, zowel van regelrechte corruptie als van ‘machtsbederf’ bewijzen dat.
Ongelooflijk: De Staatssecretaris Teeven heeft met Rwanda
afgesproken dat Nederland en Rwanda elkaars onderdanen kunnen dwingen
terug te keren. Teeven maakte de afspraak tijdens een bezoek aan het
Afrikaanse land.
![]() |
Fred Teeven Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie |
Het mag duidelijk zijn dat de kans op machtsbederf toeneemt naarmate de relatie tussen overheid en bedrijfsleven inniger en dieper wordt. De tijd dat politici een zekere distantie tot de mores van het bedrijfsleven in acht namen, ligt ver achter ons. Het bedrijfsleven, de markt, wordt vandaag de dag juist geroemd en geprezen als oplossing voor alle maatschappelijke kwaad. Steeds meer overheidsorganen gaan zich daarom gedragen als waren zij bedrijven. Van bedrijfsmatiger werken komt het gaandeweg tot een complete verzakelijking die strijdig is met het geheel eigene van overheid en overheidsorganen. Door die ontwikkeling wordt de interactie tussen overheid, politiek en bedrijfsleven gevaarlijker – en moet daarom ook beter in de gaten gehouden worden.In een onderzoek van de Vrije Universiteit werd het aantal corruptiegevallen in het gehele openbaar bestuur geschat op 350 per jaar. Volgens de onderzoekers zijn vooral de volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en infrastructuur fraudegevoelig. Bij projecten in deze sectoren staan grote belangen en bedragen op het spel en is de overheid veelal de beslissende partij. Wat een enigszins redelijke inschatting van de omvang van het probleem bemoeilijkt, is het feit dat volgens onderzoek slechts in de helft van de geconstateerde gevallen van mogelijke fraude en corruptie aangifte volgt.
Voor die geringe bereidheid om ten strijde te trekken tegen deze toch ernstige maatschappelijke uitwas, is een aantal oorzaken aan te wijzen.Ten eerste wordt aangifte meestal gedaan door een slachtoffer. In geval van corruptie is er vaak geen direct aanwijsbaar slachtoffer – slachtoffer zijn we immers allemaal, omdat een politieke beslissing niet objectief genomen is, of omdat er gegraaid is in de overheidskas.Ten tweede hebben betrokkenen vaak geen belang bij opheldering. Zij maken zelf deel uit van een systeem waarin men geacht wordt elkaar de hand boven het hoofd te houden. Of men is bang de eigen organisatie of het instituut in opspraak te brengen: één corrupte burgemeester tast de goede naam van het hele burgemeestercorps aan, zo luidt dan de gedachte. Bovendien lijkt niemand meer te weten waar de grens nu eigenlijk precies zou moeten liggen. Cadeautjes aan politici zijn heel normaal geworden. Ooit, voor de oorlog, besloot de Amsterdamse gemeenteraad na twee vergaderingen om de aan het gemeentebestuur toegezonden vrijkaartjes voor Artis terug te sturen. Vandaag de dag ontvangen raadsleden in de hoofdstad stapels vrijkaartjes voor van alles en nog wat, waaronder een gratis toegangspas voor Paradiso dat voor zijn voortbestaan afhankelijk is van gemeentelijke subsidies. Kan diezelfde raad dan nog wel een wethouder corrigeren die zich laat fêteren door een aannemer?
Teeven: Rwandezen moeten terug
Na de genocide in Rwanda in 1994 zijn veel Rwandezen naar Europa gevlucht om hun straf te ontlopen. In 2010 spraken Nederland en Rwanda al af dat ze gaan samenwerken op het gebied van justitie en de rechtbank in Den Haag bepaalde onlangs dat een Rwandese man mag worden uitgeleverd. Hij wordt verdacht van deelname aan genocide.
Indrukwekkend
Teeven benadrukte in Rwanda dat Nederland geen veilige plaats is voor oorlogsmisdadigers en dat hij daarom hecht aan een goede samenwerking met de Rwandese autoriteiten. Hij noemde het verschrikkelijk indrukwekkend om met eigen ogen te zien hoe Rwanda bezig is het verleden van zich af te schudden.
Een gevangenis in Rwanda waar uitgeleverde oorlogsmisdadigers hun straf uitzitten, is mede door Nederland betaald.
|